Interview

Soms kom je nog meer te weten als je iemand interviewt. Zo’n interview kun je ook weer gebruiken voor het voorbereiden van een spreekbeurt of het maken van een werkstuk. Een interview met een bakker of met iemand die op de broodafdeling in een supermarkt werkt, maakt je werkstuk een stuk levendiger. Ook voor je spreekbeurt kun je er veel aan hebben. Vooral als je iets wilt vertellen over het werk van een bakker. Voordat je iemand interviewt, moet je je gesprek wel voorbereiden. Ook tijdens het interview moet je van alles in de gaten houden.

Interviewtips:

  • Maak een lijst met onderwerpen waarover je meer wilt weten.
  • Bedenk bij elk onderwerp een paar vragen. Schrijf de vragen op. 
  • Zet de vragen in volgorde en schrijf ze op. 
  • Zoek iemand op die je wilt interviewen en vraag of hij of zij dat wil. Vertel erbij waarvoor het interview is. 
  • Maak een afspraak en zorg dat je op tijd bent. Neem je vragen en blocnote mee. Niet vergeten: een (extra) pen!
  • Stel je vragen en schrijf de antwoorden in steekwoorden op. Hele antwoorden opschrijven duurt te lang. 
  • Je kunt een interview ook met zijn tweeën doen: één stelt de vragen, de ander schrijft de antwoorden op. 
  • Bedank na afloop voor het interview en vraag of de geïnterviewde het resultaat nog een keer wil nalezen (en eventueel verbeteren of aanvullen). 
  • Werk het interview uit. Dat kan door de vragen op te schrijven, gevolgd door het antwoorden (in een ander lettertype). 
  • Wil je het interview niet als vraaggesprek gebruiken dan kun je de antwoorden ook als ‘gewoon’ verhaal opschrijven. Alsof jij het zelf hebt bedacht. Alleen moet je dan niet het woordje ‘ik’ gebruiken.

Als je het interview gebruikt in je werkstuk, moet je dat interview natuurlijk ook inleiden. Vertel wie je interviewde, waar die persoon werkt en waarom je hem of haar hebt uitgekozen.